anecdote(s) -- onderwijscommissie
Ik werd voor de onderwijs commissie gevraagd toen
HvV decaan was.
Naast mijzelf, als voorzitter, zaten ook
Roel Wieringa, Frances Brazier en voor wiskunde
Freek van Schagen erin.
Onze taak, een onderwijsbelastings-model
op te stellen, ging gepaard met vele discussies,
met name over het verschil tussen het wiskundeonderwijs
en het informaticaonderwijs.
Zowel practica als afstudeer-projecten bleken
moeilijk van een uniforme onderwijs-last te voorzien.
Ook aan de eindtermen discussie zaten vele
haken en ogen.
Er werd toen van uitgegaan dat opleidingen
de gehele faculteit, toen W&I, toebehoren,
en als zodanig door secties en disciplines heenliepen.
Vanuit dat besef is het van belang te onderkennen
wat gemeenschappelijk is aan de opleidingen,
en waar deze verschillen.

anecdote(s) -- decaan
Als voorzitter van de facultaire onderwijs commissie
werd ik gevraagd zitting te nemen in een
commissie van wijze mannen,
met ondermeer Jaco de Bakker en Gerke Nieuwland,
om ter opvolging van HvV een kandidaat
te zoeken, die in staat was
de faculteit veilig door de op hand zijnde
clustering te loodsen.
Dat een dergelijke taak zwaar is mag blijken
uit de metafoor het mennen van een dood paard,
die HvV, ter aanduiding van zijn taak als decaan,
gebruikte.
Uiteindelijk heeft de commissie Rien Kaashoek
als clusterings-decaan voorgesteld.

anecdote(s) -- hypermedia
Bij een vakgroep vergadering, in de periode dat
HvV decaan was, diende ik een voorstel
in voor een hypermedia lab,
met wat meer geavanceerde hardware en software,
ter ondersteuning
van het onderzoek hypermedia en afstudeerprojecten.
Dit voorstel werd door de vakgroep kennelijk niet serieus genomen,
en weg-gestemd met de opmerking,
bij monde van Andy Tanenbaum en Jan Treur, ``dat lukt je nooit,
voor onderzoek hypermedia heb je een groep van tenminste tien mensen nodig''.
Na de vergadering heb ik het
DejaVU
raamwerk opgesteld,
waarin het gebruik van open source software centraal stond.
De daarvoor benodigde disk-quota werden door
Ruud Wiggers steeds ruimhartig
ter beschikking gesteld, met instemming van Jim van Keulen.
Reind van de Riet merkte later op dat hij verbaasd was dat
HvV me in de vakgroepvergadering niet steunde.
Desgevraagd, rechtvaardigde HvV het ontbreken van steun
door te zeggen dat hij als decaan niet de indruk wilde wekken me
voor te trekken.
Pas vele jaren later,
ruim na een tweetal
promoties op het gebied van hypermedia en informatie visualisatie,
werd het oorspronkelijke idee gerealiseerd,
in de vorm van de multimedia zaal.

anecdote(s) -- de jongens
De AiO's die met de eerste en tweede geldstroom
op het DejaVU project aangesteld konden worden,
Jacco van Ossenbruggen en Bastiaan Schönhage,
waren mondige studenten.
Samen met Martijn van Welie, die later AiO werd bij Gerrit
van der Veer, en Frank Nieesink, AiO bij HvV,
vormde dit groepje de jongens.
De jongens bewezen dat het leuk was om onderzoek te doen,
al klaagde Frank Niessink soms over zijn behoefte aan
een aai over de schouder.
De jongens, op hun beurt, zagen de sectie als een familie,
met Jacco van Ossenbruggen, die al wat ouder was, als oom,
Gerrit van der Veer als grootvader, en de rest
laat zich raden.
Een vrolijk en productief stel en, zoals zal blijken,
niet op hun mondje gevallen.

anecdote(s) -- onderzoekschool
Voor de instelling van de onderzoekscholen
was er geen gereguleerd opleidings-traject
voor de promovendi.
Toen de onderzoeks-school SIKS in het
leven geroepen werd, kwamen er met regelmaat
AiO-cursussen, over tal van onderwerpen.
De AiOs van de VU, de jongens,
vielen op door hun mondigheid,
wat het door sommige van de docenten niet in
dank werd afgenomen.
Toen dat in SIKS-gelederen besproken werd,
zei HvV tegen mij, op enigszins
verwijtende toon, dat ze mijn verbale stijl
hadden overgenomen.
Later werd, bij monde van John-Jules Meijer, de mondigheid
van onze AiO's, heel expliciet, positief gewaardeerd,
en als model aan de overige SIKS-AiO's voorgehouden.

anecdote(s) -- promotie
Het onderzoek binnen het DejaVU project raakte
aan vele deelgebieden, buiten de discipline
van software engineering.
Als respectievelijk promotor en co-promotor,
raakten HvV en ik enigszins in
paniek toen een van de lezers van het proefschrift
van een van onze promovendi opperde dat
er wellicht sprake was van plagiaat.
Uiteindelijk liep het met een sisser af,
en konden we deze zeer scrutineuze lezer
duidelijk maken dat een inleidend deel
informatie visualisatie
noodzakelijk was in een proefschrift
waarin zowel software engineering als
informatie visualisatie als onderwerp van onderzoek
besproken wordt.
De promovendus hebben we vervolgens op gewezen
nauwkeurig te zijn met citaten en referenties,
waar in het vakgebied van de Informatica over
het algemeen nogal slordig mee wordt omgegaan.
HvV gaf naar aanleiding van dit
incident te kennen dat hij in de toekomst
zijn vingers niet meer wilde branden
aan een deelgebied dat buiten zijn expertise,
software engineering, valt.

anecdote(s) -- dress code
Bij een borrel in het bruin cafe, in het hoofdgebouw,
zei de toenmalige beheerder, een jonge man van ergens in de dertig,
met blond haar, van wie ik de naam vergeten ben,
op een gegeven moment tegen me ``zie je die mensen daar?'',
en hij wees daarbij op een groepje mannen in drei-delig pak,
met stropdas. ``Als ik jou naast dat groepje zet, en voor het Centraal Station,
waar denk je dan dat je het beste bij past?''
Verschrikt, en enigszins defensief, merkte ik
op dat ik in mijn buurt, de Jordaan in Amsterdam,
meer en meer een buurt van intellectuelen en kunstenaars,
tamelijk goed pas.
Hij voegde daar vervolgens aan toe dat hij me alleen
maar wilde helpen, en dat het mijn promotiekansen
niet ten goede zou komen als ik mijn stijl van kleding niet zou aanpassen.
Ook Reind van de Riet heeft me eens in vertrouwen meegedeeld
dat er binnen de faculteit mensen waren die me op mijn voorkomen
bekritiseerden.
Toegegeven, mijn dress code is soms voor verbeteringen vatbaar,
maar buiten officiële gelegenheden zie ik dit als een persoonlijke
keuze.

anecdote(s) -- CWI
De uitnodiging voor een gast-verblijf aan het CWI,
voor een periode van twee jaar, kwam van Jan Treur.
In een gesprek met Martin Kersten,
die ik kende uit het PRISMA project,
en met wie ik een gemeenschappelijke negatieve
herinnering deelde aan de samenwerking met Philips,
leken er tal van raakvlakken te zijn,
met name op het vlak van information retrieval
binnen het muziek domein.
Behalve music retrieval
vatte ik in het CWI ook interesse op voor 3D,
ondermeer door de beschikbaarheid van SGI workstations,
en schreef ik het RIF voorstel,
voor information retrieval in virtual environments.
Mede dankzij de OiO op dat project, Alex van Ballegooi,
kon het vak Multimedia Authoring ontstaan.
Echter, na een jaar op het RIF project gezeten
te hebben viel het onderzoek hem te zwaar,
en besloot hij in overleg met Martin Kersten
programmeur te worden bij de groep aan het CWI
die zich met video retrieval bezig hield.
De gelden die daardoor van het RIF project overbleven
zijn naar het WASP overgeheveld,
waardoor Zhisheng Huang's aanstelling met twee
jaar verlengd kon worden.

anecdote(s) -- visitatie
In de periode dat ik bij het CWI zat, voor een dag per week,
vroeg Kobus Oosterhof me de onderwijs-visitatie op me
te nemen, wat inhield het schrijven van een
zelfstudie voor de opleidingen Informatica,
Kunstmatige Intelligentie, en Bedrijfs-Informatica.
Bij mijn aarzeling zegde hij me onderwijs ondersteuning toe,
voor de periode van een jaar,
wat resulteerde in een aanstelling van een half jaar
voor Zhisheng Huang, bovenop de aanstelling
gefinancieerd vanuit het
WASP project.
Vele hoofden, vele meningen.
Maar na het voorzitterschap van de
facultaire onderwijs commissie vond ik het
een uitdaging om, met ondersteuning van
Anjo Bikker-Burggraaf en Jose van Schie,
in een samenhangende zelfstudie
de verschillende opleidingen naar overeenkomst en verschil
te beschrijven.
Voor elk van de opleidingen was er echter
een aparte visitatie commissie, en het rapport
werd bekritiseerd omdat de bespreking in context
extra moeite van de commissie vergde.
Desalniettemin verliepen de visitaties voorspoedig,
en was ik een (bestuurlijke) ervaring rijker.
Vermeldenswaard is dat HvV een schrobbering
kreeg van de visitatie commissie Bedrijfs-Informatica,
die hem vroeg hoe het mogelijk was
dat iemand die zoveel onderwijs-taken en afstudeerders had,
ook opdracht kreeg de zelfstudie samen te stellen.
Toen ik daarbij opmerkte
dat ik bovendien voor mijn
onderzoek bij het CWI geen onderwijs compensatie kreeg
was de boot aan.
Maar eerlijk is eerlijk, de helft van de afstudeerders
werd door drie mensen gedaan, Henri Bal, Maarten van Steen en ik.
En van die drie nam ik de helft voor mijn rekening.

anecdote(s) -- online
Op een gegeven moment kreeg ik een email van Andy Tanenbaum
met de vraag of ik wist dat ik 70.000 paginas op het
Web had staan.
Uit de web-statistics bleek dat ik de helft
van alle web-pages, over de gehele VU web-site,
die door Google nagespeurd werden voor mijn rekening nam.
Vanuit een gevoel dat big brother me bekeek
vroeg ik waarom hij daar op lette.
Toen hij daar op antwoordde: curiosity, legde
ik hem uit dat een groot deel van die
paginas gegenereerd was,
en verwees hem naar mijn
CV,
waarin ik uitleg dat ik al geruime tijd,
lang voordat dat algemeen gebruik werd,
bezig ben al het materiaal, inclusief het onderwijs-materiaal en
mijn boeken, online beschikbaar te stellen,
in een veelheid aan formaten,
inclusief het door mij ontwikkelde slide/presentatie-formaat.
Zo staat bij voorbeeld ook de zelfstudie informatica
online,
alsook dit manuscript,
beide vanwege het vertrouwelijke karakter, vanzelfsprekend,
beveiligd door een password.

anecdote(s) -- multimedia
Van een student hoorde ik eens, nog in de vorige eeuw,
dat in de AI gang werd gezegd:
Eliëns doet alleen maar leuke dingen.
Vandaar dat ik in het college
inleiding multimedia
de studenten duidelijk probeerde te maken
dat multimedia niet leuk is,
maar dezelfde disciplines en doorzettendheid
vereist als andere deelgebieden in de Informatica.
Hoewel voorstelbaar, is het een misverstand te denken
dat ik de multimedia vakken op eigen initiatief
ben begonnen.
Op een teleurstellend lege sectie-vergadering
deed ik als enige, op uitnodiging van HvV,
een voorstel voor een extra master-specialisatie
naast software engineering: multimedia.
Mijn terughoudendheid om, buiten
multimedia authoring,
de oorspronkelijk voor Multimedia en Cultuur
voorgestelde vakken te geven, werd voor
inleiding multimedia opgelost
door overreding
en voor de multimedia casus door
een regelrecht bevel. Doordat Jan van Wouwe, van de onderwijs-directie,
op mijn verzoek toezag op mijn totale onderwijs-belasting,
werd me door HvV de optie geboden het
vak OOP te laten vallen.
Dit vak is in september 2002 door Ralf Laemmel overgenomen,
en later voor een jaar door Patricia Lago, toen Ralf Laemmel
de VU verruilde voor Microsoft Research, Seattle.
In juni 2006 werd de multimedia casus
me op even autoritaire wijze weer afgenomen,
met als argument de in het jaargesprek besproken onderwijslast,
ondanks de goede resultaten, en zelfs papers die het
heeft opgeleverd.

anecdote(s) -- research
Kort na het jaargesprek kwam er van Chris Verhoef
een verzoek mijn stukje voor de vorige onderzoeksvisitatie
aan te passen aan de huidige situatie.
Kennelijk was, bleek later uit een email-uitwisseling,
de komende onzerzoeks-visitaie besproken in
een sectie-bijeenkomst, waar ik,
vanwege de vrije dagen die ik opgenomen had
om mijn verlofstuwmeer weg te werken, niet bij was.
Ik had na het jaargesprek reeds een zeer
beknopt plan van onderzoek
online gezet, en stuurde als antwoord
de url op, met een kopie van de tekst in de email.
Het antwoord wat ik van Chris Verhoef kreeg verbaasde
me, en ik kreeg de indruk
dat er een zeer negatieve vooringenomenheid
tegen mij leefde.
Het bleek, liet HvV desgevraagd weten,
dat Chris Verhoef een latex-file verwachtte, met bibtex
referenties.
Op mijn antwoord, dat veel mensen, ook in binnen
de faculteit, MS-Word gebruiken,
en dat de tekst zonder enig probleem van een
web pagina te copy-and-pasten is, gaf HvV
toe dat Chris Verhoef wellicht wat kort door de bocht was.
